Niet okéVoorbeeld

Wat betekent het word “hoop”?

Sommige mensen zien daarin niet meer dan geluk hebben. Je weet niet zeker of iets goed of slecht gaat uitpakken, maar je hebt de “hoop” dat het goed komt. Je weet bijvoorbeeld niet of je op je vervolgopleiding wordt toegelaten, of je een goed cijfer krijgt voor dat ene examen, of een mooie rol hebt gekregen in het schooltoneelstuk… maar je “hoopt” er wel op.

Als mensen het woord “hoop” zo gebruiken, bedoelen ze eigenlijk “optimistisch”. Ze kijken naar het glas als halfvol. Ze proberen optimistisch te zijn over de toekomst. En daar is helemaal niets mis mee! Het is goed om optimistisch te zijn. Maar dat is niet wat de Bijbel bedoelt wanneer er over hoop gesproken wordt.

In de Bijbellezing van vandaag vertelt Paulus zijn vrienden in Rome over hoop, maar hij heeft het niet over optimisme. In plaats daarvan zegt Paulus dat "wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God" (Romeinen 5:2, HSV). Het betekent niet dat we in God een geluksmuntje zien dat we omhoog gooien en dat hopelijk op de kop valt en niet op de munt. Het betekent dat we ons vertrouwen op God stellen omdat we weten dat God onze toekomst beheerst. "Hopen" op God is niet alleen maar een goed gevoel. Het is een realiteit die we echt geloven – ook als het moeilijk is.

En dingen worden soms ook echt moeilijk! Als we door zo’n moeilijke tijd gaan, stress en zorgen ervaren, is het makkelijk om het “gevoel” te verliezen dat we op God kunnen hopen. Maar Paulus zegt dat dat juist de perioden zijn waarin God onze hoop gebruikt om ons te verfijnen.