Hij ziet, Hij weet, Hij zorgtVoorbeeld

Lees: Lukas 8:1–21
SOAP: Lukas 8:21 (HSV)

Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die het Woord van God horen en dat doen.

Overdenking

Jezus was anders dan de andere Joodse rabbi’s. Jezus stond bijvoorbeeld toe dat vrouwen Hem volgden en in zijn bediening een duidelijke rol vervulden. Vrouwen waren bij Jezus niet alleen welkom op plaatsen die typisch alleen bedoeld waren voor mannen, maar ze mochten van Hem ook zijn bediening financieel ondersteunen. Net als die vrouw die Jezus zalfde met kostbare zalfolie, gaven ook Maria, Johanna en Susanna aan Jezus wat zij bezaten, om wat Hij hun had gegeven: vergeving en verlossing.

In de Romeinse cultuur van de eerste eeuw was het huisgezin de kern van de samenleving. Familiebanden waren hecht en loyaliteit aan elkaar ging heel diep. Wat Jezus hier in dit hoofdstuk zegt, laat opnieuw iets zien van hoe Hij verschilde van de Joodse rabbi’s. Jezus verwerpt zijn eigen familie niet, maar Hij leert ons hier dat zijn ware familie bestaat uit degenen die luisteren naar en gehoorzamen aan het Woord van God. Lukas vertelt dit om ons te laten zien dat wat onze cultuur ons ook voorhoudt, onze prioriteit altijd moet liggen bij het luisteren naar Gods Woord en doen wat Hij daarin zegt. Onze eerste loyaliteit is altijd aan Christus.

De Joodse leiders keerden zich steeds tegen Jezus omdat zijn leer en levenswijze afweken van wat zij als goed beschouwden. Maar Jezus laat ons het Woord van God op een nieuwe manier verstaan en begrijpen. De Joodse leiders hechtten meer waarde aan hun cultuur en hun godsdienstige gewoontes dan aan de waarheid van Gods Woord. Jezus liet hun zien dat Gods Woord altijd boven culturele regels uitgaat.

Het is niet altijd gemakkelijk om onderscheid te maken tussen de waarheid van Gods Woord en wat in onze cultuur als toelaatbaar wordt beschouwd. Dat vraagt wijsheid, onderscheidingsvermogen en de voorlichting van de Heilige Geest. Het kost tijd om Gods Woord te leren kennen, om nederigheid te ontwikkelen en een hart te ontwikkelen dat bereid is te erkennen dat we er vaak naast zitten en terecht gewezen moeten worden. Een hart als een goede akker; dat wil zeggen dat we naar Gods Woord luisteren en het gehoorzamen, wat er ook van komt.

Jezus kende Gods Woord en Hij was gehoorzaam. Ook al waren zijn daden in strijd met de rituelen en de cultuur van de Joodse leiders, Hij deed de wil van God. Laten wij volgelingen van Jezus zijn die het Woord van God willen navolgen, ongeacht de richting waarin onze cultuur (en ook onze christelijke subcultuur) zich beweegt.