Laat je leven een loflied zijn voor de HeerVoorbeeld

God werd al verheerlijkt toen wij nog niet eens bestonden

“Waar was u toen Ik de aarde grondvestte? … toen de morgensterren samen vrolijk zongen,

en al de kinderen van God juichten?” (Job 38:4-7, HSV)

Het boek Job is niet makkelijk om door te lezen. Het beschrijft hoe Job worstelt met de plotselinge tegenslagen die hem treffen. Hij begrijpt niet waarom God dit laat gebeuren, omdat Job Hem kent als een liefdevolle en trouwe God die het kwaad bestraft en het goede beloont. Jobs vrienden gaan ervan uit dat hij ernstig gezondigd heeft en dit voor hen achterhoudt, maar nee. Job is onschuldig. Hij heeft altijd volgens Gods geboden geleefd. Gefrustreerd door de ‘goedkope’ antwoorden van zijn vrienden wendt Job zich direct tot de Heere God. “Laat de Almachtige mij antwoorden”, zegt hij (Job 31:35).

Als God antwoordt, betwist Hij Jobs onschuld niet. Maar God corrigeert wel Jobs houding door te laten zien dat Hijzelf oneindig veel groter is dan Job. Er gebeurt zoveel waar wij mensen geen idee van hebben. God spreekt over de schepping, over zingende hemelse wezens, over de diepten van de oceaan en over sneeuw, regen en sterren. Het universum draait niet om Job. Hij begrijpt niet alles. Dat moet hem nederig maken, en respectvol tegenover de Heere God.

Het universum draait ook niet om jou. Je bent slechts “een druppeltje in een emmer”. Maar toch wil God een persoonlijke relatie met jou en verheugt Hij Zich over jouw aanbiddingslied! Dat is pas bijzonder!