Laat je leven een loflied zijn voor de HeerVoorbeeld

Het hoogmoedige lied van arrogante mensen

“Laat de HEERE alle vleiende lippen afsnijden en de tong vol grootspraak. Zij zeggen: Met onze tong zullen wij de overhand hebben! Onze lippen zijn van ons! Wie is heer over ons?” (Psalm 12:4-5, HSV)

Adam en Eva schaamden zich nog nadat zij voor het eerst gezondigd hadden, en ze verborgen zich daarom. Maar het duurde niet lang of hun nakomelingen werden trots en opschepperig. Genesis 4:23-24 vertelt over Lamech, een bijzonder arrogante man die zijn vrouwen verzekerde dat hij zich zevenenzeventig maal zou wreken en iedereen zou doden die hem kwaad zou doen. Hij is een voorbeeld van “een tong vol grootspraak”. Hij eerde God niet, maar verheerlijkte alleen zichzelf. Ken jij zulke mensen?

In Psalm 12 klaagt David dat dit soort mensen de aarde hebben overgenomen, en er onder de mensenkinderen nog maar weinig trouwe mensen te vinden zijn. Hij vindt het verschrikkelijk om deze trotsaards te horen opscheppen en te zien hoe zij anderen uitbuiten. De aarde is vervuld van hun opschepperij.

Maar de Heere hoort Davids hulproep. Als Hij spreekt, klinken “reine woorden, als zilver gelouterd in een aarden smeltkroes”. Wat een verschil met deze hoogmoedige spotters! De Heere belooft dat Hij zal ingrijpen. Hij zal deze opschepperige monden stoppen en de armen en behoeftigen uit hun handen redden. Aan het einde der tijden zullen ook deze mensen moeten buigen voor Jezus en erkennen dat Hij de rechtvaardige Koning van het heelal is. Het hoogmoedige lied van arrogante mensen zal niet het laatste woord hebben!