Een Twijgje Uit De Stronk Van IsaïVoorbeeld

Een stronk blijft over

“Maar zoals van de eik en de haageik na het omhakken een stronk overblijft, zal hun stronk een heilig zaad zijn.” (Jesaja 6:13)

Het volk Israël is als een omgehakte boom. Hun situatie lijkt uitzichtloos. De Heere zegt tegen Jesaja dat Zijn oordelen door zullen gaan “totdat de steden verwoest zijn, zodat er geen inwoner meer is … en het land verworden is tot een woestenij” (Jesaja 6:11). Dat lijkt het einde van Israël als volk.

Maar dat is het niet. God zal een “stronk” overlaten in het land, een “heilig zaad”. Dat geeft hoop! Want, zoals Job opmerkt, “voor een boom is er, als hij omgehakt wordt, nog hoop dat hij zich weer vernieuwt, en zijn jonge loten niet ophouden uit te lopen” (Job 14:7). Dat geldt ook voor de figuurlijke boom Israël. Ze zullen naar Babylon gedeporteerd worden, maar in Jeremia 29 belooft de Heere dat ze over zeventig jaar naar hun land mogen terugkeren. God heeft goede plannen voor hen, “gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven” (Jeremia 29:11).

Deze mix van oordeel en hoop is kenmerkend voor Bijbelse profetieën. God straft de zonde en Zijn oordeel kan hard zijn, maar Hij geeft mensen altijd de kans om zich te bekeren en bij Hem terug te komen. Zelfs voordat het volk door de Babyloniërs gevangen genomen wordt, vertelt God hen dat er een hoopvolle toekomst wacht.