Een Twijgje Uit De Stronk Van IsaïVoorbeeld

Verbreekt God Zijn belofte?

“Hoor het woord van de HEERE, huis van David. Zo zegt de HEERE: [...] Ik zal u overeenkomstig de vrucht van uw daden straffen, spreekt de HEERE.” (Jeremia 21:11-14)

Het koninkrijk van Israël raakte verdeeld in een noordelijk en een zuidelijk deel. Alleen het zuidelijke rijk werd geregeerd door de nakomelingen van David.

Sommige koningen dienden de Heere en moedigden hun burgers aan hetzelfde te doen. Maar de meeste koningen en het merendeel van het volk keerde God de rug toe. Door de generaties heen werd dit steeds erger. Ondanks herhaalde waarschuwingen deden ze niet wat de Heere God van hen vroeg: “recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God” (Micha 6:8). Daarom kondigt God aan dat ze hun verdiende straf zullen krijgen. Ze krijgen te maken met oorlog, honger en een vreselijke ziekte, en wie het overleeft wordt gevangen genomen door de koning van Babylon.

Psalm 80 vergelijkt Israël met een wijnstok die God in goede aarde had geplant en met zorg omringde. Maar nu heeft Hij de beschermende muur afgebroken zodat andere volken hen kunnen leegplukken en omhakken. Het lijkt erop dat de Heere Zijn belofte dat Davids nakomelingen altijd over Israël zullen regeren, hier verbreekt.

Vind jij Gods reactie op Israëls voortdurende ontrouw eerlijk en terecht? Dank je dat God ook nu nog volken en mensen straft?