Levend waterVoorbeeld
Levend water
“Jezus antwoordde en zei tegen haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen” (Johannes 4:13-14, HSV).
In zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw gebruikt Jezus het water in de bron als een beeld van het eeuwige leven dat Hij mensen aanbiedt. De term “levend water” heeft hier een dubbele betekenis. Als je naast een bron zit, is het logisch om te praten over fris, gezond water. Zo vat de vrouw Jezus’ woorden dan ook op.
Maar Jezus legt haar uit dat dit water heel bijzonder is en dat mensen die ervan drinken, nooit meer dorst zullen krijgen. Dat lijkt haar fantastisch — het dagelijkse waterhalen bij de put is een inspannende klus. Maar Jezus praat niet over H2O.
In het Oude Testament wordt de Heere God “de bron van het levende water” genoemd (Jeremia 17:13). Jezus past dit op Zichzelf toe. Hij is God. Hij bevredigt het verlangen van mensen om God persoonlijk te kennen.
In Psalm 42:2-3 (HSV) roept de dichter uit: “(...) Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God(...)”. Jezus weet dat ook deze Samaritaanse vrouw zijn levende water nodig heeft. Hij zegt: Hier ben Ik. Als je zou weten wie Ik ben, zou je geestelijke dorst voor altijd gelest zijn. En daarom gaat Hij Zichzelf aan haar bekendmaken.
Ken jij God echt? Heeft Hij jouw geestelijke dorst gelest?
Over dit leesplan
Het Evangelie van Johannes wil ons laten zien wie Jezus is. In hoofdstuk 4 lezen we hoe Jezus Zichzelf bekendmaakt in een gesprek met een Samaritaanse vrouw bij een waterput. Dit verhaal bevat veel lessen voor ons. Ook deze geschiedenis heeft Johannes opgeschreven “opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam” (Johannes 20:31).
More
We willen GlobalRize bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: http://www.globalrize.org/