Levend waterVoorbeeld

Jezus overbrugt culturele scheidslijnen (2)

“Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zei tegen haar: Geef Mij te drinken” (Johannes 4:7, HSV).

Nadat Jezus de culturele en godsdienstige grenzen had overschreden door naar Samaria te gaan, zat Hij op het heetst van de middag bij een put. Deze put was erg diep en Jezus had niets om water mee te putten. Toen er een vrouw aankwam om water te putten, vroeg Hij haar om Hem wat te geven.

De vrouw was verbaasd over zijn verzoek: “(...) Hoe vraagt U, Die een Jood bent, van mij te drinken, die een Samaritaanse vrouw ben?” (Johannes 4:9, HSV). Haar verbazing wordt door Johannes uitgelegd: “Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen” (Johannes 4:9, HSV). Bovendien was het ongewoon voor een man om met een vrouw te praten. Maar Jezus deed dat wel.

Lukas 5 vertelt een soortgelijk verhaal, waar Jezus at met “tollenaars en zondaars”. Beide groepen werden geminacht in de Joodse samenleving. De Farizeeën en de wetsleraren waren geschokt door Jezus' ongepaste gedrag. Een Jood met enig zelfrespect zou zichzelf nooit op zo'n manier verontreinigen! Zulk slecht gezelschap zou zijn reputatie schaden. Maar Jezus gaf niet om zijn reputatie. Zijn missie was om alle mensen die redding nodig hadden, te redden.

En dat geldt nog steeds. Jezus is er niet alleen voor mensen van een bepaald volk of een bepaalde sociale positie. “Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus” (Galaten 3:26, HSV).