VriendschapVoorbeeld

Vrijdag: De noodzaak van vergeving

Lezen: Kolossenzen 3:12-14, Efeze 4:32, Spreuken 17:17

SOAP: Kolossenzen 3:12-14

In al onze vriendschappen komt vroeg of laat een moment dat we vergeving nodig hebben. We maken fouten, we geven verkeerde signalen af, en soms zondigen we zelfs met opzet tegen elkaar. Het kenmerk van een goede vriendschap is niet dat vrienden nooit ruzie hebben, maar dat ze nooit lang naar verzoening hoeven te zoeken. Dat klinkt misschien simpel, maar vergeven is meestal niet zo gemakkelijk. Het betekent dat we zelf de last van wat de ander misdaan heeft, op ons nemen, dat we het een plekje kunnen geven en ervoor kiezen om ondanks alles de relatie in stand te houden. Het betekent dat we loslaten wat er in het verleden is gebeurd en het niet meer tegen de ander kunnen inbrengen. Dat we niet langer een score bijhouden van alle fouten die de ander ooit heeft begaan. 

Maar dan komt het meest radicale stuk van dit gebod: het voorschrift om elkaar te vergeven zoals ook God ons heeft vergeven. God gaf ons vergeving terwijl wij niets deden om die vergeving te verdienen, en wat heeft het Hem veel gekost om die verzoening met ons zeker te stellen. Dat is een soort vergeving die niet uit te leggen is voor velen van ons, die vaak alleen maar relaties hebben gekend die steeds onderweg waren naar de volgende knallende ruzie, waarbij alle zonden uit het verleden weer werden opgerakeld.

Maar juist dit soort vergeving is nodig. Op de rest van de wereld mag het als iets vreemds overkomen – maar het is een bewijs van het verschil dat God in ons leven maakt. 

Heer, geef mij genade om vergeving aan te bieden aan diegenen die mij kwaad hebben gedaan. Help mij te beseffen hoe U mij hebt vergeven, zodat ik ook anderen kan vergeven. Amen.