In het beginVoorbeeld

Vrijdag

Lees: Genesis 2:15-17; Psalm 19:8-12

SOAP: Psalm 19:8-9

Toen God de hof maakte, plantte Hij twee belangrijke bomen: de boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad. (Dit is de eerste keer dat de schrijver van Genesis melding maakt van goed en kwaad). Het plaatsen van die twee bomen was de opmaat tot wat er komen zou, de voortdurende strijd en de keuze, voor de mens en zijn nageslacht, tussen goed en kwaad. 

Toen God de mens in de hof plaatste om die te verzorgen en te onderhouden, gaf Hij de mens speciale voorschriften. Hij gebood de mens om niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. God wist dat de mens zou sterven als hij van deze boom zou eten. Het begrip dood dat in dit gebod wordt geïntroduceerd, gaat verder dan een lichamelijke dood, hoewel die erbij was inbegrepen. De dood die de mens zou ondergaan als hij van die boom at, was de scheiding en vervreemding van God, en dat zou een dramatische verandering teweegbrengen in de relatie met zijn Schepper. 

Het gebod om niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten is het eerste gebod dat God aan de mensheid heeft gegeven. Net zoals alles in de schepping was bedacht met een plan en een doel, had God ook een bedoeling met Zijn eerste gebod aan de mens. God wist wat er met de mens zou gebeuren als hij van die boom zou eten, en daarom zei God tegen de mens dat hij er niet van moest eten. 

Gods eerste gebod aan de mens was goed. Het was bedoeld om de mens in leven te houden. Al Gods geboden zijn daarop gericht. Al Gods geboden beschermen ons leven, geven ons wijsheid en verblijden ons hart. Zij zijn van grote waarde en van groot belang, en ze leiden ons op de goede weg en zijn tot zegen als wij ze opvolgen. Het is misschien niet zo moeilijk om te begrijpen dat dit eerste gebod van God goed was, maar het is niet altijd zo gemakkelijk om in te zien dat al Gods geboden goed zijn. Als wij ons hart gericht houden op Hem zullen we wijsheid vinden in Zijn geboden en ook vreugde en leven, als we ze in ere houden. 

Vader God, Uw wet is volmaakt. Uw wet beschermt mijn leven. Ik kan op uw voorschriften vertrouwen en wijsheid opdoen uit Uw geboden. Ik geloof dat Uw woorden meer waard zijn dan goud. Help mij om niet mijn eigen weg te kiezen, maar Uw weg. Amen.