MarkusVoorbeeld

Vrijdag

Lees: Markus 5:21–43 

SOAP: Markus 5:27–29

Jezus kwam terug nadat Hij de bezeten man genezen had, en Zijn discipelen waren van dit alles getuige geweest. Hij werd opgewacht door Jaïrus, een van de hoofden van de synagoge, wiens dochter op sterven lag. De discipelen zouden meer dan wie dan ook moeten geloven dat Jezus dat zieke meisje kon genezen. Jaïrus geloofde, maar kon wel wat bemoediging gebruiken toen hij te horen kreeg dat zijn dochtertje was overleden. 

Tussen deze voorbeelden van mensen die hadden moeten geloven, vinden we een wanhopige vrouw, iemand die alle reden had om te twijfelen. Zij had haar vertrouwen al op vele artsen gesteld en geen van hen had haar kunnen helpen. Ze had geen geld en omdat haar aandoening haar onrein maakte, stond ze buiten de maatschappij, mocht ze niemand aanraken en mocht ze niet naar de tempel gaan om te aanbidden. Haar geloof was allesbehalve vanzelfsprekend. Toen zij haar hand uitstrekte om Jezus’ bovenkleed aan te raken, was er geen greintje twijfel bij haar of Jezus haar kon genezen. Haar geloof had haar behouden en zij werd genezen. 

De discipelen hadden hier een voorbeeld kunnen zijn van groot geloof, maar Markus laat ons hier een zieke vrouw met weinig status zien, om ons uit te dagen en ons opnieuw te vragen ‘Waar is je geloof?’ Wanneer wij geloven, verheerlijken wij onze Redder. Door te geloven dat Hij bereid is en in staat is om in al onze behoeften te voorzien en onze gebeden te verhoren, antwoorden wij op Markus’ grote vraag Wie Jezus is steeds met: ‘De Zoon van God’.

Gebed

Heer, ik twijfel omdat ik Uw macht en Uw zorg voor mij niet volledig kan doorgronden. Help mij te groeien in mijn geloof. Open mijn ogen, zodat ik Uw machtig werk in mijn leven kan zien. Amen.