Worsteling met Gods genade — het verhaal van de profeet JonaVoorbeeld

“Ga dan heen...”

Toen Jona door de vis op het strand uitgespuugd was, herhaalde God zijn opdracht om naar Ninevé te gaan en de mensen daar te vertellen dat Gods oordeel over hen zou komen. Hoewel Jona extreem opstandig was geweest, schreef God hem niet af als profeet. Hij gaf ook zijn plan niet op om de Ninevieten te waarschuwen. Hij droeg Jona gewoon nogmaals op om daar heen te gaan. Deze keer gehoorzaamde Jona. Hij riep het uit: “Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!” De Bijbeltekst vertelt ons niet of dit alles was wat Jona te melden had. Alleen Gods oordeel aankondigen, zonder de mensen op te roepen tot bekering en hen te wijzen op de mogelijkheid van vergeving, zou behoorlijk eenzijdig en minimalistisch zijn. Maar Jona deed nu tenminste wat God hem had opgedragen.

Christenen hebben een vergelijkbare opdracht. Toen Jezus op het punt stond om na zijn opstanding de aarde te verlaten, gaf Hij zijn discipelen wat laatste aanwijzingen. Hij zei tegen hen: “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen” (Mattheüs 28:19, HSV). Ik geloof dat deze opdracht nog steeds geldt voor iedereen die in Jezus Christus gelooft — niet alleen voor apostelen of profeten.

Hoe kan jij “heengaan en al de volken onderwijzen”? Verlang jij ernaar om aan deze opdracht te voldoen of probeer je eraan te ontsnappen, net als Jona?