Leven vanuit overwinningVoorbeeld

Dinsdag – Het probleem van het ego

Lees: Jozua 17:12-18; 1 Korinthiërs 5:6-8; Jakobus 4:16

SOAP: 1 Korinthiërs 5:6-8

Voor meer verdieping – Jozua 16; 17:1-11

De nakomelingen van Jozef, de stammen Efraïm en Manasse, klaagden tegen Jozua over hun erfdeel. Ze zeiden dat ze slechts één lot en één deel hadden gekregen, terwijl zij toch een groot volk waren en zeer door God waren gezegend. Helaas waren ze niet gezegend met nederigheid! 

Jakobus herinnert ons eraan dat roemen vanuit onze hoogmoed slecht is. Wanneer ons hart vervuld is van trots en hoogmoed, overschatten we onszelf. Trots maakt dat wij denken te kunnen vertrouwen op wat we zijn, wat we doen of wat we bezitten in plaats van op God. Wanneer we onszelf grootmaken, denken we dat we God niet nodig hebben en dat we ons leven zonder Hem kunnen leven. We beginnen zelfs te geloven dat we recht hebben op bepaalde dingen. Alles wat wij overwinnen, bereiken of verdienen zien we als onze eigen verdiensten. We vergeten dat alles van God komt. 

De stammen Efraïm en Manasse dachten dat zij te belangrijk waren om te worden beperkt tot een stuk land wat niet groot genoeg was. Toen Jozua hen gebood naar het bos te gaan en zelf grond vrij te maken, bedachten ze allerlei uitvluchten. Trots overheerste hen. 

Trots is niet triviaal. Trots is een zonde. We moeten trots wegdoen uit ons leven en het voorbeeld van Jezus volgen die “Zichzelf vernederd heeft en gehoorzaam is geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” (Filippenzen 2:8)

Hemelse Vader, help mij inzien dat mijn trots scheiding maakt tussen mij en U. Sta mij niet toe mijn hart te vullen met arrogantie en te roemen in wie ik ben of wat ik heb. Alles in mijn leven is van U afhankelijk. In Jezus’ Naam. Amen.