Gebed: een 14-daagse overdenking door Tim KellerVoorbeeld

De Bijbel gaat helemaal over God, en daarom is de beoefening van gebed zo doordringend op alle bladzijden. De grootheid van gebed is niets anders dan een uitbreiding van de grootheid en glorie van God in ons leven. De Schrift is één lang getuigenis van deze waarheid.

In Genesis zien we alle stamvaders — Abraham, Izak en Jakob — met vertrouwdheid en directheid bidden. Abrahams hardnekkig aandringende gebed om Gods genade voor de heidense steden Sodom en Gomorra is opmerkelijk (Genesis 18:23). In Exodus was gebed de manier waarop Mozes de bevrijding van Israël uit Egypte veiligstelde. De gave van gebed maakt Israel groot: “Is er ergens een volk dat zijn goden zó dichtbij zich heeft zoals wij de Here, onze God, die wij altijd kunnen aanroepen?“ (Deuteronomium 4:7, HTB)

Als we nalaten te bidden, breken we niet alleen een of andere religieuze regel — we laten na om God als God te behandelen. Het is een zonde tegen zijn heerlijkheid. De profeet Samuël zei tegen zijn volk: "En wat mij betreft, ik zou niet willen zondigen tegen de Here door niet meer voor u te bidden.“ (1 Samuël 12:23, HTB). Koning David schreef veel van de Psalmen, Gods geïnspireerde gebedsboek, gevuld met oproepen aan Degene die "al onze gebeden" hoort (Psalmen 65:3, HTB). Zijn zoon Salomo bouwde de tempel in Jeruzalem en wijdde het vervolgens in met een prachtig gebed. Salomo's belangrijkste wens voor de tempel was dat God van daaruit het gebed van zijn volk zou horen. Ja, Salomo's belangrijkste gebed was voor de gave van gebed zelf. Buiten dat hoopte hij dat alle naties zouden horen van Gods grote Naam en naar zijn tempel zouden bidden (zie 1 Koningen 8:41-43). Opnieuw zien we dat gebed simpelweg een erkenning van Gods grootheid is.

Uittreksel van "Gebed" door Timothy Keller
Herdrukt in overleg met Dutton, een lid van Penguin Group (USA) LLC, een Penguin Random House Company. Auteursrecht © 2014 door Timothy Keller