Psalmen 26:1-12

Psalmen 26:1-12 HTB

Laat het recht over mij zegevieren, HERE, want ik ben onschuldig. Ik vertrouwde op de HERE zonder uit mijn evenwicht te raken. Stel mij maar op de proef, HERE, en ga na of er iets fout is. Beoordeel mijn hele leven, ja, ook mijn gedachten. Ik houd steeds uw goedheid en liefde voor ogen. Ik ga mijn weg in uw waarheid. Nooit zoek ik contact met slechte mensen en de huichelaars mijd ik. Ik wil niet omgaan met misdadigers en zal mij nooit bemoeien met de goddelozen. Ik was mijn handen in onschuld en kom graag bij uw altaar, HERE. Ik zing daar uit volle borst een lied om U te loven en vertel er over uw wonderen. HERE, ik houd zoveel van uw huis, de plaats waar U Zelf immers woont! Laat mij niet met de zondaars en moordenaars verloren gaan. Aan hun handen kleeft de misdaad en zij nemen geschenken aan als verradersloon. Niets van deze dingen heb ik gedaan, verlos mij en toon mij uw genade. Ik ben op het rechte pad. Ik zal de HERE prijzen in de samenkomsten.