Numeri 14:6-9

Numeri 14:6-9 HTB

Twee van de spionnen, Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, begonnen hun kleren te scheuren en zeiden tegen het verzamelde volk: ‘Het land dat voor ons ligt, is prachtig en de HERE is ons welgezind. Daarom zal Hij ons veilig dat land binnenbrengen en het ons geven. Het is erg vruchtbaar, een land dat overvloeit van melk en honing. Mensen, kom toch niet in opstand tegen de HERE! Wees niet bang voor de inwoners van dat land. Wij zullen hen overwinnen want zij zijn als brood voor ons. De HERE staat aan onze kant en beschermt hen niet langer! Daarom moeten wij niet bang voor hen zijn!’