Deuteronomium 26:1-4

Deuteronomium 26:1-4 HTB

‘Wanneer u aankomt in het land, het hebt veroverd en erin woont, moet u in het heiligdom de eerste jaarlijkse opbrengsten van uw oogst aan de HERE aanbieden. Breng het mee in een mand, geef het aan de dienstdoende priester en zeg: “Dit geschenk is mijn plechtige verklaring dat de HERE, mijn God, mij in het land heeft gebracht dat Hij mijn voorouders heeft beloofd.” De priester zal de mand dan uit uw hand nemen en die voor het altaar neerzetten.