Amos 7:1-6

Amos 7:1-6 HTB

Het volgende liet de Oppermachtige HERE mij in een visioen zien: Hij was bezig een enorme zwerm sprinkhanen te vormen die na de eerste oogst, die als belasting naar de koning ging, alle weer opkomende gewassen moest verwoesten. Zij vraten elk sprietje op. Toen zei ik: ‘HERE God, vergeef uw volk toch alstublieft! Stuur deze plaag niet! Als U zich tegen Israël keert, blijft niemand meer op de been. Israël is maar zo klein!’ De HERE zag er inderdaad vanaf en liet het visioen geen werkelijkheid worden. ‘Het zal niet gebeuren,’ zei Hij tegen mij. Toen liet de Oppermachtige HERE mij een groot vuur zien dat Hij had gereedgemaakt om hen te straffen, dit vuur had alle wateren laten opdrogen en was nu bezig het hele land te vernietigen. Ik zei toen: ‘Och, Oppermachtige HERE, doe dit toch alstublieft niet. Wie kan standhouden als U zich tegen hen keert? Israël is maar zoʼn klein volk!’ Toen liet de HERE ook dit plan varen en zei: ‘Ook dit zal niet gebeuren.’