De Psalmen 114:1-8

De Psalmen 114:1-8 NBG51

Toen Israël uit Egypte toog, Jakobs huis uit een volk van vreemde taal, werd Juda tot zijn heiligdom, Israël zijn rijksgebied. De zee zag het en vluchtte, de Jordaan wendde zich achterwaarts; de bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. Wat was er, o zee, dat gij vluchttet? gij Jordaan, dat gij u achterwaarts wenddet? gij bergen, dat gij als rammen opsprongt, gij heuvelen, als lammeren? Gij aarde, beef voor het aangezicht des HEREN, voor het aangezicht van de God Jakobs, die de rots veranderde in een waterplas, de keisteen in een waterbron.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De Psalmen 114:1-8

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid