De Spreuken 5:3-6

De Spreuken 5:3-6 NBG51

Want van honigzeem druipen de lippen der vreemde vrouw, gladder dan olie is haar gehemelte, maar op het laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk. Opdat gij het pad des levens niet zoudt inslaan, zijn haar gangen doolwegen, zonder dat gij het weet.