Spreuken 5:3-6
Spreuken 5:3-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want de lippen der vreemde vrouw druppen honigzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie. Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast. Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig, dat gij het niet merkt.
Spreuken 5:3-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want de lippen van een vreemde vrouw druipen van honingzeem, haar gehemelte is gladder dan olie, maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood, haar voetstappen sturen aan op het graf; opdat je het pad ten leven niet zou inslaan, zwalken haar sporen zonder dat je het beseft.
Spreuken 5:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want van honigzeem druipen de lippen der vreemde vrouw, gladder dan olie is haar gehemelte, maar op het laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk. Opdat gij het pad des levens niet zoudt inslaan, zijn haar gangen doolwegen, zonder dat gij het weet.
Spreuken 5:3-6 Het Boek (HTB)
Want de vrouw die niet de jouwe is, fluistert lieve woordjes met haar gladde tong. Maar trap je erin, dan leer je dat schijn bedriegt, want wat ten slotte overblijft, is bitterheid. Zij volgt een weg die naar de dood leidt, haar voeten brengen haar rechtstreeks naar de hel. Haar woorden en daden draaien je een rad voor de ogen, zodat je haast ongemerkt de levensweg verlaat.
Spreuken 5:3-6 BasisBijbel (BB)
Luister: de lippen van een vrouw die de jouwe niet is, zijn zo zoet als honing. Haar woorden zijn gladder dan olie. Maar uiteindelijk wordt die vrouw zo bitter als gal voor je, zo scherp als een zwaard. Ze sleept je de dood in. Door haar kom je in het graf terecht. Ze wil niet dat jij het goede kiest, zodat je zal leven. Ze laat je verdwalen, zonder dat je het merkt.