Hooglied 7:6-12

Hooglied 7:6-12 HSV

Wat bent u mooi, wat bent u lieflijk, liefste, vol van genot! De lengte van u is te vergelijken met een palmboom, uw borsten met druiventrossen. Ik zei: Ik wil in de palmboom klimmen, zijn takken grijpen. Laten uw borsten toch zijn als trossen aan de wijnstok, de geur van uw neus als die van appels, en uw gehemelte als goede wijn. Die stroomt regelrecht naar mijn Liefste en druppelt op de lippen van de slapenden. Ik ben van mijn Liefste en Zijn begeerte gaat naar mij uit. Kom, mijn Liefste, laten wij naar buiten gaan, het veld in, laten wij overnachten in de dorpen. Laten wij vroeg opstaan om naar de wijngaarden te gaan om te zien of de wijnstok uitloopt, of de knoppen zich hebben geopend, of de granaatappelbomen gaan bloeien. Daar zal ik U mijn liefde geven.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Hooglied 7:6-12