HEERE, neig Uw oor, verhoor mij,
want ik ben ellendig en arm.
Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunsteling;
U, mijn God, verlos Uw dienaar, die op U vertrouwt.
Wees mij genadig, Heere,
want ik roep tot U de hele dag.
Verblijd de ziel van Uw dienaar,
want tot U, Heere, hef ik mijn ziel op.
U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven
en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen.
HEERE, neem mijn gebed ter ore,
sla acht op mijn luide smeekbeden.
In de dag van mijn benauwdheid roep ik U aan,
want U verhoort mij.
Onder de goden is niemand U gelijk, Heere;
werken als de Uwe zijn er niet.
Al de heidenvolken, die U gemaakt hebt, Heere,
zullen komen, zich voor Uw aangezicht neerbuigen
en Uw Naam eren.
Want U bent groot en doet wonderen,
U bent God, U alleen.
Leer mij, HEERE, Uw weg,
ik zal in Uw waarheid wandelen,
maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen.
Heere, mijn God, ik zal U loven met heel mijn hart,
ik zal Uw Naam voor eeuwig eren.
Want Uw goedertierenheid is groot over mij,
U hebt mijn ziel aan het diepst van het graf ontrukt.