Job 13:1-14

Job 13:1-14 HSV

Zie, mijn oog heeft alles gezien, mijn oor heeft het gehoord en begrepen. Zoals jullie het weten, weet ík het ook; ik zwicht niet voor jullie. Maar ík zal tot de Almachtige spreken, en vind er behagen in mij voor God te verdedigen. Maar werkelijk, jullie dekken alles toe met leugens; jullie zijn allemaal heelmeesters van niets. Och, zwegen jullie maar helemaal! Dat zou jullie tot wijsheid zijn. Luister toch naar mijn verdediging, en sla acht op het verweer van mijn lippen. Zouden jullie tegen God onrecht spreken, en zouden jullie tegen Hem bedrog spreken? Trekken jullie partij voor Hem? Voeren jullie een rechtszaak voor God? Zou het goed zijn, als Hij jullie onderzoekt? Willen jullie Hem bedriegen, zoals men een sterveling bedriegt? Hij zal jullie zeker straffen als jullie in het geheim partijtrekken. Jaagt Zijn hoogheid jullie geen angst aan? Overvalt vrees voor Hem jullie niet? Wat jullie in herinnering brengen, zijn spreuken van as, jullie verweer is als een verweer van leem. Zwijg toch tegenover mij, zodat ik zelf kan spreken, en laat maar over mij komen wat komt: waarom ik mijn vlees tussen mijn tanden neem, en mijn leven in de waagschaal stel.