En een Engel van de HEERE ging van Gilgal naar Bochim en zei: Ik heb u uit Egypte geleid en u in het land gebracht dat Ik aan uw vaderen gezworen heb. En Ik heb gezegd: Ik zal Mijn verbond met u niet verbreken, voor eeuwig. En wat u betreft, u mag geen verbond sluiten met de inwoners van dit land. Hun altaren moet u afbreken. U bent Mijn stem echter niet gehoorzaam geweest. Waarom hebt u dit gedaan? Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen niet van voor uw ogen verdrijven, maar zij zullen u tot prikkels in uw zijden zijn, en hun goden zullen u tot een valstrik zijn. En toen de Engel van de HEERE deze woorden tot alle Israëlieten gesproken had, gebeurde het dat het volk luid begon te huilen. Daarom gaven zij die plaats de naam Bochim. En zij brachten daar offers aan de HEERE. Toen Jozua het volk had laten gaan, waren de Israëlieten weggegaan, ieder naar zijn erfelijk bezit, om het land in bezit te nemen. En het volk diende de HEERE al de dagen van Jozua en al de dagen van de oudsten die lang geleefd hadden na Jozua en die alle grote daden van de HEERE gezien hadden, die Hij voor Israël verricht had. Maar toen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEERE, gestorven was, honderdtien jaar oud, en zij hem begraven hadden in het gebied dat zijn erfelijk bezit was, in Timnath-Heres, op een berg van Efraïm, ten noorden van de berg Gaäs, en ook heel die generatie met zijn vaderen verenigd was, stond er na hen een andere generatie op, die de HEERE niet kende, en evenmin de daden die Hij voor Israël verricht had.
Richteren 2 lezen
Luisteren Richteren 2
Deel
Alle vertalingen vergelijken: Richteren 2:1-10
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's