Met hun slechte daden verblijden zij de koning, met hun leugens de vorsten. Allen plegen zij overspel, zij zijn als een oven, opgestookt door een bakker, die pas ophoudt met stoken als het deeg dat hij gekneed heeft, gezuurd is. Op de dag van onze koning maken de vorsten hem ziek met de gloed van wijn. Hij reikt spotters de hand. Als zij naderbijkomen, is hun hart in hun arglist als een oven; heel de nacht sluimert hun woede, 's morgens ontbrandt die als een laaiend vuur. Zij zijn allen heet als een oven, zodat zij hun rechters verteren; al hun koningen komen ten val. Niemand van hen roept tot Mij. Efraïm, met de volken vermengt het zich. Efraïm is een koek die niet omgekeerd is. Vreemden verteren zijn kracht, maar zelf merkt hij dat niet. Ook heeft hij grijze haren gekregen, maar ook dat merkt hij niet. Hoewel de trots van Israël tegen hem getuigde, hebben zij zich niet bekeerd tot de HEERE, hun God. In dit alles zochten zij Hem niet. Efraïm is als een duif, onnozel, zonder verstand; Egypte roepen zij te hulp, naar Assyrië gaan zij! Maar als zij gaan, spreid Ik Mijn net over hen uit. Als vogels in de lucht haal Ik hen neer. Ik straf hen zodra er een zwerm van wordt gehoord.
Lees Hosea 7
Luisteren Hosea 7
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Hosea 7:3-12
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's