Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zichzelf. O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods. Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier. Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken? Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt! Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts. Uw hand zij over den Man Uwer rechterhand, over des mensen Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt. Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen.
Lees De Psalmen 80
Delen
Alle vertalingen vergelijken: De Psalmen 80:7-19
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's