Psalmen 80:7-19
Psalmen 80:7-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zichzelf. O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods. Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier. Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken? Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt! Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts. Uw hand zij over den Man Uwer rechterhand, over des mensen Zoon, Dien Gij U gesterkt hebt. Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen.
Psalmen 80:7-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
U hebt ons voor onze buren tot een bron van ruzie gemaakt, onze vijanden spotten onder elkaar. O God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden. U hebt een wijnstok uit Egypte uitgegraven, de heidenvolken verdreven en hém geplant. U hebt een plaats voor hem bereid en hem wortel doen schieten, zodat hij heel het land vulde. De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, zijn takken waren als machtige ceders. Hij breidde zijn ranken uit tot aan de zee, zijn jonge loten tot aan de rivier. Waarom hebt U een bres geslagen in zijn muren, zodat alle voorbijgangers op de weg hem leegplukken? Het zwijn uit het woud heeft hem losgewroet, het wild van het veld heeft hem afgegraasd. O God van de legermachten, keer toch terug; kijk neer uit de hemel en zie. Zie om naar deze wijnstok, de stam die Uw rechterhand geplant heeft, en dat om de Zoon, Die U voor Uzelf sterk gemaakt hebt. De wijnstok is met vuur verbrand, is afgekapt; Uw volk komt om door de bestraffing van Uw aangezicht. Laat Uw hand rusten op de Man van Uw rechterhand, op de Mensenzoon, Die U voor Uzelf sterk gemaakt hebt. Dan zullen wij ons niet van U afkeren; behoud ons in het leven, dan zullen wij Uw Naam aanroepen.
Psalmen 80:7-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gij hebt ons tot een twistappel voor onze naburen gesteld, en onze vijanden bespotten ons. O God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. Gij hebt een wijnstok uit Egypte uitgegraven, Gij hebt volken verdreven en hèm geplant. Gij hebt (de grond) voor hem toebereid, zodat hij wortelen schoot en het land vulde. Bergen waren met zijn schaduw bedekt, en ceders Gods met zijn twijgen; hij breidde zijn takken uit tot aan de zee, zijn scheuten tot aan de Rivier. Waarom hebt Gij zijn muren doorbroken, zodat ieder die langs de weg voorbijgaat, ervan plukt, het everzwijn uit het woud hem afvreet, en wat op het veld zich roert, hem afweidt? O God der heerscharen, keer toch weder, aanschouw uit de hemel en zie, en sla acht op deze wijnstok, de stek die uw rechterhand heeft geplant, op de zoon die Gij U hebt grootgebracht. Als afval is hij met vuur verbrand; door uw dreigende aanblik gaan zij te gronde. Uw bescherming zij over de man van uw rechterhand, over het mensenkind dat Gij U hebt grootgebracht. Dan zullen wij niet van U wijken; maak ons levend, dan zullen wij uw naam aanroepen.
Psalmen 80:7-19 Het Boek (HTB)
De omringende landen ruziën spottend over ons, onze tegenstanders steken de gek met ons. O God van de hemelse legers, maak ons volk weer tot een eenheid. Laat uw licht over ons schijnen, dan zullen wij bevrijd worden. U hebt in Egypte ons volk als een wijnstok uitgegraven, daarna hebt U hier de volken verdreven en ons in dit land geplant. U hebt dit land, deze grond, voor ons klaargemaakt, zodat wij ons er thuis voelden en ons er als volk konden vestigen. Wij hebben ons genesteld op de bergen en in de schaduw van de bomen gezeten, de bomen die U hebt geplant. Het volk zwermde uit naar alle kanten, tot aan de Eufraat toe. Waarom hebt U onze grenzen opengezet? Nu worden wij steeds aangevallen. Vreemde volken vallen ons aan en plunderen ons. O God van de hemelse legers, kom toch bij ons terug. Kijk vanuit de hemel op ons neer, let erop hoe het met uw volk is. Wij zijn het volk dat U naar dit land hebt gebracht, dankzij U zijn wij ook een groot volk geworden. Alsof wij vuilnis zijn, worden wij bedreigd door branden, als U ons helpt, kan de tegenstander niets meer doen. Bescherm het volk van uw keuze, de mensen die U tot een groot volk hebt gemaakt. Dan zullen wij U niet meer verlaten. Als U ons bevrijdt, zullen wij U zoeken, loven en prijzen.
Psalmen 80:7-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Onze buurlanden maken er ruzie over wie van hen ons land mag hebben. Onze vijanden lachen ons uit. God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed gaat met ons! Wees weer goed voor ons, dan worden we gered. U groef in Egypte een wijnstruik uit[ : Israël ]. U verjoeg allerlei volken en plantte die struik in hun land. U bewerkte de grond, zodat de struik ruimte kreeg om te wortelen. Hij groeide en vulde het land. De schaduw van de struik kwam tot aan de bergen, zijn takken waren zo groot als cederbomen. Ze groeiden tot aan de zee [ in het westen ], tot aan de Rivier [ in het oosten ]. Waarom heeft U de muren rondom uw wijnstruik afgebroken? Nu kan iedereen die langs loopt de druiven plukken! De wilde zwijnen uit het bos vertrappen hem. De wilde dieren vreten hem kaal. God van de hemelse legers, kom alstublieft bij ons terug! Kijk vanuit de hemel naar ons en zorg alstublieft voor ons, uw wijnstruik! Zorg alstublieft voor de stek die U Zelf heeft geplant, die U Zelf heeft verzorgd als een zoon tot hij groot was. Hij is afgehakt en in brand gestoken. Maar U zal uw vijanden daarvoor straffen! Bescherm de zoon die U heeft uitgekozen, de zoon die U Zelf heeft grootgebracht. Dan zullen we niet meer bij U weglopen. Red ons, dan zullen we U aanbidden.