De Psalmen 69:8-10

De Psalmen 69:8-10 STV

Want om Uwentwil draag ik versmaadheid; schande heeft mijn aangezicht bedekt. Ik ben mijn broederen vreemd geworden, en onbekend aan mijner moeders kinderen. Want de ijver van Uw huis heeft mij verteerd; en de smaadheden dergenen, die U smaden, zijn op mij gevallen.