De Psalmen 30:8-12

De Psalmen 30:8-12 STV

Want, HEERE! Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt. Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: Wat gewin is er in mijn bloed, in mijn nederdalen tot de groeve? Zal U het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen? Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE! wees mij een Helper. Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord