Psalmen 30:8-12
Psalmen 30:8-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want, HEERE! Gij hadt mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verborgt, werd ik verschrikt. Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: Wat gewin is er in mijn bloed, in mijn nederdalen tot de groeve? Zal U het stof loven? Zal het Uw waarheid verkondigen? Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE! wees mij een Helper. Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord
Psalmen 30:8-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
– Want, HEERE, door Uw goedgunstigheid had U mijn berg vast doen staan. – Maar toen U Uw aangezicht verborg, werd ik door schrik overmand. Tot U, HEERE, riep ik; ik smeekte de Heere: Wat voor winst is er in mijn bloed, in mijn neerdalen in het graf? Zal het stof U loven? Zal dat Uw trouw verkondigen? Luister, HEERE, en wees mij genadig; HEERE, wees mijn Helper. U hebt voor mij mijn rouwklacht veranderd in een reidans, U hebt mijn rouwgewaad losgemaakt en mij met blijdschap omgord.
Psalmen 30:8-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
HERE, door uw welbehagen hadt Gij mijn berg bevestigd – Gij verborgt uw aangezicht, ik stond verschrikt. Tot U, HERE, riep ik, en tot de Here smeekte ik om genade: Wat voor gewin ligt er in mijn bloed, in mijn nederdalen in de groeve? Kan het stof U loven, kan dat uw trouw vermelden? Hoor, HERE, en wees mij genadig, HERE, wees mij een helper. Mijn rouwklacht hebt Gij veranderd in een reidans, mijn rouwkleed hebt Gij losgemaakt, met vreugde mij omgord
Psalmen 30:8-12 Het Boek (HTB)
want U, HERE, hield van mij en ik stond stevig als een berg. Maar zodra U Zich voor mij verborg, was ik alle houvast kwijt. Ik riep U, HERE, en ik smeekte U om genade: ‘Wat heeft het voor zin als ik sterf en begraven word? Het stof kan U niet eren en prijzen of vertellen over uw trouw! Luister toch, HERE, geef mij genade. Och HERE, wilt U mij helpen?’ U veranderde mijn droevig gebed in een blij danklied. U nam mij mijn rouwkleding af en bekleedde mij met vreugde.
Psalmen 30:8-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Heer, toen U vriendelijk voor mij was, voelde ik me sterk: ik stond zo stevig als een berg. Maar toen U boos op mij werd, wist ik me geen raad meer. Ik riep tot U, Heer, ik smeekte U om medelijden: "Wat heeft U er aan als ik sterf? Wat heeft U er aan als ik in het graf lig? Als ik stof geworden ben, kan dat stof U dan prijzen? Kan mijn stof nog vertellen over uw trouw? Hoor mij, Heer, heb medelijden met mij. Heer, help me alstublieft." U heeft me geholpen! U heeft mijn verdriet veranderd in een vreugdedans. Ik heb mijn rouwkleren weer uitgedaan, omdat U me weer blij heeft gemaakt.