Niemand is zo koen, dat hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht stellen zou? Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne. Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner gestaltenis. Wie zou het opperste zijns kleeds ontdekken? Wie zou met zijn dubbelen breidel hem aankomen? Wie zou de deuren zijns aangezichts opendoen? Rondom zijn tanden is verschrikking. Zeer uitnemend zijn zijn sterke schilden, elkeen gesloten als met een nauwdrukkend zegel. Het een is zo na aan het andere, dat de wind daar niet kan tussen komen. Zij kleven aan elkander, zij vatten zich samen, dat zij zich niet scheiden.
Job 41 lezen
Deel
Alle vertalingen vergelijken: Job 41:1-8
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's