De Prediker 4:4-8

De Prediker 4:4-8 STV

Verder zag ik al den arbeid en alle geschikkelijkheid des werks, dat het den mens nijd van zijn naaste aanbrengt. Dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes. De zot vouwt zijn handen samen, en eet zijn eigen vlees. Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes. Ik wendde mij wederom, en ik zag een ijdelheid onder de zon; Daar is er een, en geen tweede; hij heeft ook geen kind, noch broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen einde; ook wordt zijn oog niet verzadigd van den rijkdom, en zegt niet: Voor wien arbeide ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit is ook ijdelheid, en het is een moeilijke bezigheid.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De Prediker 4:4-8

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid