Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt, een slang zal hem bijten. Wie stenen wegdraagt, zal smart daardoor lijden; wie hout klieft, zal daardoor in gevaar zijn. Indien hij het ijzer heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen; maar de wijsheid is een uitnemende zaak, om iets recht te maken. Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder. De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelven. Het begin der woorden zijns monds is dwaasheid, en het einde zijns monds is boze dolligheid. De dwaas maakt wel veel woorden; maar de mens weet niet, wat het zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven? De arbeid der zotten maakt een iegelijk van hen moede; dewijl zij niet weten naar de stad te gaan.
De Prediker 10 lezen
Deel
Alle vertalingen vergelijken: De Prediker 10:8-15
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's