En de mannen der stad zeiden tot Elisa: Zie toch, de woning dezer stad is goed, gelijk als mijn heer ziet; maar het water is kwaad, en het land onvruchtbaar. En hij zeide: Brengt mij een nieuwe schaal, en legt er zout in. En zij brachten ze tot hem. Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden. Alzo werd dat water gezond, tot op dezen dag, naar het woord van Elisa, dat hij gesproken had. En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op! En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen. En hij ging van daar naar den berg Karmel; en van daar keerde hij weder naar Samaria.
Lees Het Tweede Boek der Koningen 2
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Het Tweede Boek der Koningen 2:19-25
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's