Numeri 1:1-15

Numeri 1:1-15 BB

Op de eerste dag van de tweede maand van het tweede jaar nadat het volk uit Egypte was vertrokken, zei de Heer tegen Mozes in de Sinaï-woestijn, in de tent van ontmoeting: "Tel het aantal Israëlieten. Tel ze volgens de families en stammen waar ze bij horen. Tel alle mannen van 20 jaar en ouder, alle mannen die met het leger kunnen meegaan. Tel ze per stam. Doe dit samen met Aäron. Van elke stam moet de leider van die stam jullie helpen bij het tellen. Dat zijn: Elizur, de zoon van Sedeür, van de stam van Ruben. Selumiël, de zoon van Zurisaddai, van de stam van Simeon. Nahesson, de zoon van Amminadab, van de stam van Juda. Netaneël, de zoon van Zuar, van de stam van Issaschar. Eliab, de zoon van Helon, van de stam van Zebulon. Van de stam van Jozef: Elisama, de zoon van Ammihud, van de stam van Efraïm, en Gamaliël, de zoon van Pedazur, van de stam van Manasse. Abidan, de zoon van Gideoni, van de stam van Benjamin. Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai, van de stam van Dan. Pagiël, de zoon van Ochran, van de stam van Aser. Eljasaf, de zoon van Dehuël, van de stam van Gad. Ahira, de zoon van Enan, van de stam van Naftali.

Video voor Numeri 1:1-15

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Numeri 1:1-15