Genesis 2:6-8

Genesis 2:6-8 BB

Er steeg damp op uit de aarde. Die damp zorgde ervoor dat de grond vochtig bleef. Toen de Heer God de hemel en de aarde maakte, maakte Hij ook de mens. Hij maakte hem van het stof van de aarde en blies de levensadem in zijn neus. Zo werd de mens een levend wezen. Ook maakte de Heer God een tuin in Eden [ (= 'prachtig') ], in het Oosten. Daar zette Hij de mens neer die Hij had gemaakt.

Video voor Genesis 2:6-8