1
Genesis 2:24
Het Boek
Dit verklaart waarom een man zijn vader en moeder verlaat, zich bij zijn vrouw voegt en werkelijk één met haar wordt.
Ṣe Àfiwé
Ṣàwárí Genesis 2:24
2
Genesis 2:18
En de HERE God zei: ‘Het is niet goed voor de mens alleen te zijn. Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen.’
Ṣàwárí Genesis 2:18
3
Genesis 2:7
Toen vormde de HERE God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in. Zo werd de mens een levend wezen.
Ṣàwárí Genesis 2:7
4
Genesis 2:23
‘Ja, dit is wat ik nodig had!’ riep Adam uit, ‘zij is echt een deel van mijn lichaam. Ik zal haar mannin noemen, omdat zij is genomen uit de man.’
Ṣàwárí Genesis 2:23
5
Genesis 2:3
Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere, heilige dag, omdat Hij die dag zijn scheppingswerk besloot.
Ṣàwárí Genesis 2:3
6
Genesis 2:25
Hoewel de man en de vrouw allebei naakt waren, hinderde hen dat niet, want zij schaamden zich niet voor elkaar.
Ṣàwárí Genesis 2:25
Ilé
Bíbélì
Àwon ètò
Àwon Fídíò