1
Genesis 4:7
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
NLD1939
Indien ge onberispelijk leeft, wordt uw offer zeker aanvaard; zo niet, dan loert de zonde aan de deur, gaat naar u haar begeerte, en zult ge ze moeten overwinnen.
Ṣe Àfiwé
Ṣàwárí Genesis 4:7
2
Genesis 4:26
Ook Set werd een zoon geboren, dien hij Enos noemde; en deze begon de naam van Jahweh aan te roepen.
Ṣàwárí Genesis 4:26
3
Genesis 4:9
Nu sprak Jahweh tot Kaïn: Waar is Abel uw broer? Hij zeide: Ik weet het niet; moet ik soms mijn broer nog bewaken?
Ṣàwárí Genesis 4:9
4
Genesis 4:10
Hij hernam: Wat hebt gij gedaan? Het bloed van uw broer roept luid tot Mij uit de grond.
Ṣàwárí Genesis 4:10
5
Genesis 4:15
Maar Jahweh sprak tot hem: Neen; ieder, die Kaïn doodt, zal het zevenmaal boeten. En Jahweh gaf Kaïn een teken, opdat niemand, die hem vinden zou, hem zou doden.
Ṣàwárí Genesis 4:15
Ilé
Bíbélì
Àwon ètò
Àwon Fídíò