Groeien in gerechtigheidSample

Gerechtigheid: Genoeg is genoeg

Zie je ‘em voor je? Hij zit, ergens aan een tafeltje, hij citeert en een ander die bij hem zit met papier en inkt schrijft zijn woorden op. We hebben het over Paulus. Hij wil zijn “zoon in het geloof” wat vertellen, en aan het einde van zijn eerste brief aan Timotheüs schrijft hij over godsvrucht - wat een grote winst is - samen met tevredenheid.

Tevredenheid, daar staan we vandaag bij stil. Ben jij tevreden?

Even later citeert Paulus dat we tevreden mogen zijn met voedsel en kleding, nu kennen wij elkaar natuurlijk niet, maar waarschijnlijk heb jij ook zoveel meer dan dat. We zijn zo enorm gezegend. En toch wil ik graag meer. Altijd meer. En dat heeft alles te maken met on-tevredenheid, of soms zelfs hebzucht. Daar mogen we - moeten we - mee afrekenen.

Als je leert tevreden te zijn met wat God je geeft en niet steeds probeert om maar zoveel mogelijk te krijgen verandert langzaam maar zeker je gerichtheid. Van zelf-gericht naar de ander gericht. Dan gaat het weggeven, delen, anderen meenemen in de zegen die jij hebt ontvangen steeds meer vanzelf, of dit nu gaat over je geld, over je tijd, je energie of nog iets anders. Je motief? Gods liefde, zijn voorziening, en zijn uitnodiging om door te geven wat je van Hem ontvangen hebt.

Laat anderen delen in je materiële zegeningen.

Laat anderen meedelen in je geestelijke zegeningen.

En geniet samen van de goede gaven die God ons geeft!

Om over na te denken:

• Welke materiële zegeningen heb jij gekregen waar je anderen mee mag zegenen?
• Welke geestelijke zegeningen heb je gekregen waarmee je een ander mag dienen?
• Hoe ga je dat doen?
• Wat vind jij van wat Paulus schrijft aan Timotheüs?
• Ben jij een tevreden mens?

Gebed:
“Heer Jezus, U gaf alles op, om ons alles te geven. U gaf Uw hemel op om hier op aarde dicht bij de mensen te komen. Dat U dat voor mij wilde doen Heer vind ik zo bijzonder. Ik wil U daar vanuit de grond van mijn hart voor danken. Help me Heer om wat U gegeven hebt weer door te geven aan de mensen om me heen. Amen.”