Een geloof vol vertrouwenSample

Maandag

Lees: Genesis 21:22–34; Romeinen 12:9–21 

SOAP: Romeinen 12:18

Genesis 21 beschrijft verder hoe God potentiële bedreigingen van de belofte uit de weg ruimt. Het tweede aspect van de belofte was dat Abrahams nakomelingen het land Kanaän zouden krijgen om daar te wonen. Maar op dit moment had Abraham geen enkel wettig recht op het land. 

Abimelech merkte bij Abraham twee dingen op: dat God met hem was en dat Abraham niet altijd te vertrouwen was. Abraham en Abimelech kwamen tot een vreedzame afspraak over een waterput en legden vast dat Abraham in het land mocht blijven. Door daar een boom te planten richtte Abraham voor zichzelf en zijn nakomelingen een blijvend gedenkteken op dat naar Gods belofte verwees: God zou hun het land geven. Abraham bleef in het land en de boom stond daar ter herinnering aan zijn geloof en de zekerheid van de belofte. 

Door middel van deze afspraak ruimde God opnieuw een bedreiging voor de belofte uit de weg. Al was Izak nog maar een kind en al had Abraham geen recht op het aan hem beloofde land, Abraham kon zien dat God bezig was om Zijn belofte waar te maken en alle bedreigingen weg te werken. God was voortdurend met Abraham en beloofde hem te beschermen en van het nodige te voorzien.

Het laatste aspect van de belofte was dat Abraham (en zijn nakomelingen) voor alle volken een zegen zouden zijn. Dat deze geschiedenis in Genesis werd opgenomen maakte de generatie Israëlieten die het beloofde land binnengingen ervan bewust hoe zij met andere volken behoorden om te gaan. Zij zouden als doel moeten hebben om geschillen vreedzaam op te lossen. Abimelech wist dat Abraham aan God toebehoorde, en door het geschil vreedzaam op te lossen, werd Abraham een zegen voor zijn naaste. Dat zou ook voor Israël gelden: als hun buren zouden kunnen zien dat zij door God waren uitverkoren, zouden zij voor die buren een zegen kunnen zijn. 

Ook wij zijn voor anderen een zegen als zij herkennen en inzien dat wij aan Christus toebehoren. Als wij ernaar streven in gehoorzaamheid aan Christus te leven, zullen wij ook een zegen betekenen voor onze naasten. Als wij streven naar vreedzame verhoudingen tonen wij de liefde van Christus - de ultieme zegen en de vervulling van Gods belofte aan Abraham.

Heer Jezus, ik wil graag een zegen zijn voor de mensen om mij heen. Toon mij hoe ik in vrede kan leven met mijn naasten, vrienden en familie. Laat mij voor anderen tot zegen zijn door de waarheid en de hoop van de verlossing die U mij hebt gegeven. Amen.