Geef met je hart

Vanochtend schreef ik over het ruimhartig geven. In het gedeelte van vanmiddag gaat Jezus nog een stapje verder. Hij kijkt naar hoe de mensen de collecte van die tijd benaderen. Er komen wetsgeleerden die vol trots laten zien wat ze geven. Het geven was een onderdeel van hun "image-building" geworden; laten zien hoe goed je bent. Ik vind dat ook altijd lastig bij grote filantropen, die dan "trots" laten weten hoeveel ze bijdragen aan een groot probleem. 

Het is natuurlijk mooi dat ze dit doen, maar Jezus legt de vinger op de zere plek. Hij zegt eigenlijk: Wat mag het je kosten? Geef je vanuit de overvloed of geef je vanuit wat je nodig hebt (en vertrouw je dat God voorziet)? De weduwe gaf wat ze had en dat was niet veel. Als er niets zou gebeuren zou ze die dag een boterham minder eten. De rijke man gaf veel, maar zijn gift veranderde niets aan zijn leven. Hij kon blijven doen wat hij altijd deed.

Best lastig hè? Dat vind ik in ieder geval wel. Ik geef nog steeds vanuit mijn eigen overvloed. Mag mijn geven mij iets kosten? Offer ik een maaltijd, een cadeau, iets prettigs voor mijzelf of een vakantie op voor een ander? En dan ook nog op een manier dat niemand het hoeft te weten? Misschien een gebedspunt voor jou en mij. Laten we het volgende aan God vragen:
"Heer, wilt U mij vandaag laten zien waar ik iets kan doen voor een ander, wat mij ook echt iets kost. Help mij te vertrouwen op uw voorziening. En leert U mij de vreugde van het geven. In Jezus' naam, amen."

Lees vanavond het derde deel van dit leesplan.