Shevat 23

Baruch (Geprezen is God)
Waar ben je God vandaag dankbaar voor?

Shekina (Gods aanwezigheid)
Waar nodig je Gods aanwezigheid voor uit vandaag?

Het eten is voor de maag, en de maag is voor het eten. Maar uiteindelijk zal God alle twee vernietigen. Maar het lichaam is niet bedoeld om allerlei verkeerde dingen op het gebied van seks mee te doen. Nee, het is voor de Heer, en de Heer is voor het lichaam. (1 Korinthiërs 6:13 BB)

Weten jullie dan niet dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest? Hij woont in jullie. Jullie hebben Hem van God gekregen. Jullie zijn niet van jezelf! (1 Korinthiërs 6:19 BB)

Als we in God geloven, zijn we niet langer van onszelf. We zijn Gods bezit. We geven ons leven vrijwillig aan Hem, zoals Jezus Zijn leven vrijwillig gaf voor ons. Maar willen we dit echt? Begrijpen we wat dat inhoudt? Het draait dus niet langer om ons, maar om Hem.

Het is net als dat we de planten van de buren water geven als ze op vakantie zijn. We proberen dat natuurlijk naar hun tevredenheid te doen. We verwaarlozen hun planten niet, maar we geven ze ook niet te veel water. We knippen er geen bloemen af en we geven ze al helemaal niet aan de andere buurvrouw of gooien ze in de prullenbak. We doen nog meer ons best als voor onze eigen planten.

Zo is het ook met ons lichaam. We moeten er zuinig op zijn, want het is niet van ons. We moeten goed zorgen voor onze geest, onze ziel en ons lichaam, want die horen bij elkaar. Voldoende rust, voldoende beweging en levenspatronen zoals God het bedoelt. Zo gaf Hij ons voeding om ons sterk en gezond te maken en we mogen ontdekken hoe we deze voeding weer gebruiken zoals God bedoelde.

In vers 13 staat dat ons lichaam al helemaal niet bedoeld is voor porneia, (seksuele immoraliteit zoals porno, overspel of andere seksualiteit buiten het huwelijk). We moeten goed zorgen voor het lichaam dat Hij ons gaf.

Paulus bidt ons toe: Ik bid dat de God van vrede jullie helemaal heilig zal maken. Dan zullen jullie in geest, ziel en lichaam helemaal zuiver zijn als de Heer Jezus Christus terugkomt. 1 Tessalonicenzen 5:23 BB