PVT: Wat zegt God over sport en geloof?Voorbeeld

Vandaag de start van iets waar je misschien al een hele tijd naar uit hebt gekeken: Het sporttoernooi van het jaar. Misschien ben jij hier echt om te winnen of misschien ben je vooral gekomen voor de fun. Een heel verschillende insteek, maar wat voor alle sporters hier aanwezig hetzelfde is: we zijn hier samen, als kinderen van God, en we gaan samen genieten van de mooie dingen van sport.

Misschien klinkt het voor jou als een enorme tegenstelling: God en sport. Vaak zitten ze in een heel ander deel van je leven. Maar God wil enorm graag ook op het sportveld bij jou aanwezig zijn. Hij is aanwezig in elk deel van je leven en Hij ziet ernaar uit om jou hiervan bewust te maken.

Vandaag lezen we Genesis 1, hierin komt naar voren dat God jou als mens, naar Zijn beeld heeft geschapen. Jij bent bewust gemaakt naar Gods gelijkenis. Dit geeft een diepe betekenis aan de manier waarop jij je sport beoefend.

Het naar Gods beeld geschapen zijn herinnert ons er ook aan dat we zelf geen God zijn. We zijn een beeld van Hem en daarom zelf geen God. Wij zijn niet het centrum van deze wereld.

Wat kun je hier nu mee?

Adam en Eva werden direct “zeer goed” verklaard door God, dit was voordat ze ook maar iets hadden gepresteerd. Dit staat in schril contrast met hoe we vaak naar onszelf en naar de sport kijken. Totdat je echt iets hebt gepresteerd en jij jouw plaats in het team hebt verdiend zie jij jezelf niet als “zeer goed”. God geeft ons direct waarde, door ons naar Zijn beeld te maken en hier direct het label “zeer goed” op te plakken.

Probeer steeds weer je gevoel van eigenwaarde in dit perspectief te plaatsen. Laat je sportprestaties geen invloed hebben op je basisidentiteit. Herinner jezelf, maar ook je teamgenoten hier vandaag aan het feit dat jullie ‘zeer goed’ zijn. Behandel de mensen om je heen – zeker ook de scheidsrechters en tegenstanders – als mensen geschapen naar Gods beeld: “zeer goed!”