#02 God leren kennen zoals Hij isVoorbeeld

God is om ons heen

Inmiddels zijn we aan het einde van Mozes’ leven. Hij mag het land niet binnengaan en draagt het stokje over aan Jozua. Hij krijgt de leiding over de inname van het beloofde land door het volk Israël. In zijn afscheidsspeech pept hij het volk nog één keer op. Wat zou je, als je jouw hele leven met God hebt meegemaakt, dan mee willen geven? Dan richt hij zich tot Jozua en komen we bij de woorden van Deuteronomium 31 vers 7 en 8.

Allereerst noemt Mozes iets over de leiding van God. De taak die voor Jozua ligt is de inname van het beloofde land. Stel je voor dat jij in Jozua’s schoenen zou staan; waar zou je moeten beginnen? Hoe weet je wat je moet doen? Gelukkig hoeft Jozua het niet zelf te doen; God zal de weg wijzen. Hij laat niet steeds de hele weg zien, maar Hij laat steeds de etappe zien die hij mag afleggen. Als hij dat heeft gedaan, onthult de Heer de volgende stap (zie het Bijbelboek Jozua). Stap voor stap achter God aan, aangezien Hij voorop loopt; de Heer Zelf zal voor u uitgaan!

Daarnaast wil God naast hem zijn. Hij wil met hem zijn en hem niet in de steek laten. Hij is een beschermende God. Diezelfde God die voor hem uitloopt, is ook naast hem. Het deed me denken aan de wolkkolom. Op deze manier trok God voor het volk uit als ze zijn bevrijd uit Egypte. Als farao zich kort erna bedenkt, en het volk nadert, komt de wolkkolom in beweging. De wolkkolom is hetzelfde, alleen zorgt die nu niet alleen voor leiding maar ook voor bescherming (Exodus 14:19-20).

God is aan de voorkant om je te leiden en naast je om je te beschermen. Waar is de rugdekking dan? In Jeremia 32:40 staat het prachtig; ‘Ik (God) zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij van achter hen niet zal afwenden, opdat Ik hun goeddoe.’ De rugdekking bestaat uit Zijn eeuwig verbond; Gods beloften. Zo is het cirkeltje rond en ben je helemaal omgeven door God. Sta hier vandaag bij stil. Zodat je met David kan zeggen; ‘U sluit mij in van achter, en van voren, U legt Uw hand op mij. Dit kennen - het is mij te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij.’ (Psalm 139:5-6).