Week van Gebed voor de mensen die Jezus nog niet kennenVoorbeeld

Dinsdag

Mensen ver weg

Bidden voor mensen die dicht aan ons hart staan is altijd het makkelijkst. We voelen ons aan hen verbonden en het gaat ons aan het hart dat zij niet hebben wat wij hebben: een levende relatie met God. In de taal van een eeuw geleden zou je kunnen zeggen dat ons hart ‘met ontferming bewogen’ is. Ook Jezus’ hart was geraakt door de mensen om Hem heen.

Markus 6:34 (HSV) zegt: "[Hij] was innerlijk met ontferming bewogen over hen”. De mensen die dichtbij zijn, die we kennen, het makkelijker om voor hen te bidden. We kennen hen, we zien misschien wel van dichtbij hoe hun leven rijker en mooier kan zijn als ze Jezus kennen. We gunnen hen dat! Dat voedt ons gebed. Maar Jezus kende deze mensen niet persoonlijk. Tenminste, niet op de manier waarop hij zijn discipelen en zijn familie kende. Toch zag Hij de geestelijke nood.

Het vers gaat verder: “(...)omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben” (Mattheüs 9:36, HSV). Jezus was geraakt door de nood, ook al kende Hij (menselijkerwijs gezien) niet iedereen persoonlijk. Het gaat hier om de menigte. Jezus voelt zich bijna overweldigd door de geestelijke nood. Dus geeft Hij hen wat ze nodig hebben: “(...)en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen” (Markus 6:34, HSV).

Denk eens na over de nood ver weg. Hoeveel mensen wereldwijd kennen Jezus nog niet? Hoe ziet hun leven eruit? Wat is de geestelijke nood?

Vraag God je te leren kijken door zijn ogen.