‘Doe zoals Ik.’ Wat vraagt Jezus eigenlijk van je?

Jezus sluit de bergrede af met een voorbeeld. Je kent het vast wel. Twee huizen. Twee stormen. En twee fundamenten. En in dat laatste zit het verschil. Het ene huis is op zand gebouwd, het andere op de rots.

En dat maakt al het verschil.

Het ene huis stort in.

Het andere blijft staan.

Toepassing? Als je je huis niet op de rots - Jezus - bouwt, komt het niet goed en stort de boel vroeg of laat in.

Wat is dat ‘bouwen op de rots' - Jezus - dan? Het is het verschil tussen horen en doen, en horen en niet doen.

Hoor jij Jezus' woorden?

Wat doe je ermee?

Jezus geeft onderwijs. Hij nodigt discipelen uit om Hem te volgen. Ook jij en ik kunnen onderdeel zijn van deze groep mensen die Jezus als Meester erkent. Maar Hem als Meester erkennen betekent dat Hij het voor het zeggen heeft. En dan zijn de lessen uit de bergrede niet alleen mooi om te bestuderen, maar noodzakelijk om in de praktijk te brengen.

Doen dus.

Liefhebben.

Gul zijn.

Bidden.

Niet oordelen.

Niet bang zijn.

Zijn koninkrijk zoeken.

Licht laten schijnen.

Smaakmaker zijn.

En zo kun je nog wel even doorgaan. Blader nog maar eens door de bergrede heen. Jezus geeft onderwijs aan zijn discipelen in de veronderstelling dat ze het ook gaan doen. Dát gaat verschil maken, en daar zit ook gelijk het verschil tussen een ‘hoorder’ en een ‘discipel’.

Misschien een spannende vraag, maar als je even stil bent - diep ademhaalt en jezelf afvraagt: "Is er iets in mijn leven dat ik wel weet, maar niet doe” - wat komt er dan in je gedachten? Wat vraagt Meester Jezus van je?

Volg Hem.

Luister naar Hem.

Doe wat Hij zegt.

Bouw je huis op de rots.

Neem de volgende vragen eens mee om over na te denken:

• Als je even stil bent en Jezus vraagt dingen in je gedachten te brengen die je weet, maar (nog) niet doet, welke dingen komen dan in je gedachten?
• Wat ga je daarmee doen?

Gebed: “Heer Jezus. Ik wil mijn huis op de rots bouwen. U vertrouwen dat dat is wat het beste voor me is en dat dat standhoudt in de stormen die komen. Heer, geef me moed om een dader van Uw woord te zijn - iemand die luistert én doet. Met velen die zijn voorgegaan wil ik vandaag zeggen: 'Spreek Heer, Uw dienaar/dienares luistert en wil gehoorzamen'. Amen.”