Av 19

"Machtige engelen, prijs de Heer!
– zij zijn sterke helden die doen wat Hij zegt
en zijn woord gehoorzamen.

Hemelse engelenlegers, prijs de Heer!
– zij zijn dienaren van God die doen wat Hij wil.

Alles wat Hij heeft gemaakt, prijs de Heer!
Prijs Hem overal op de aarde en in de hemel.
Ook ik prijs de Heer" (Psalm 103:20-22, BB).

Baruch (Geprezen is God)
Waar ben je God vandaag dankbaar voor?

Shekina (Gods aanwezigheid)
Waar nodig je Gods aanwezigheid voor uit vandaag?

In dit kleine stukje van de psalm staat wel vijf keer een oproep dat we God moeten prijzen. Het Hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt is barak of baruch. Het betekent niet alleen prijzen, we mogen God ook zegenen zoals Hij ons zegent.

Wie moet God prijzen? De eersten die genoemd worden zijn de boden. In het Hebreeuws worden het Gods engelen, zijn boodschappers of dienstknechten genoemd. Daarna worden de hemelse machten genoemd, letterlijk de gastheren van God. Als derde worden alle schepselen genoemd. Dat zijn wij, maar ook de dieren, de bomen, de bloemen, ja alles wat Hij gemaakt heeft moet Hem prijzen.

Dan beschrijft David waar we God moeten prijzen. Letterlijk staat er dat alles Hem overal moet prijzen. Dus niet alleen Gods gezalfden, maar heel Gods schepping. Niet alleen op de bergtop, maar ook in het dal.

En dan eindigt David zoals hij begonnen is. Kom op ziel, prijs God, de almachtige! De engelen, de hemelse machten en Gods schepselen moeten U prijzen. Maar in de eerste en de laatste plaats wil ik U zelf prijzen Heer!