Eigenschappen van God weerspiegeld in onsVoorbeeld

Doordat God heilig is, kunnen wij niet tot Hem naderen

“Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart ...” (Psalm 24:3-4, HSV).

God is volledig vrij van zonde en kwaad. Maar wij mensen zijn dat niet! Ieder van ons is besmet door de zonde. Dit creëert een scheiding tussen de Heer en ons. Onze zondigheid maakt het onmogelijk om tot Hem te naderen.

In de tijd van het Oude Testament was dit zichtbaar in de tabernakel (later de tempel). Dit gebouw was Gods woonplaats onder het volk. Maar ze konden er niet zomaar binnenlopen! De plaats waar God speciaal aanwezig was, heette ‘de allerheiligste plaats’ of ‘het heilige der heiligen’. Deze plaats werd afgesloten door een gordijn, daarna door een heilige tent, die op zijn beurt werd omgeven door een voorhof. Als mensen de voorhof wilden binnengaan, moesten ze ritueel rein zijn. De tent mocht alleen betreden worden door priesters die hun taken uitvoerden. En alleen de hogepriester mocht het allerheiligste betreden, één keer per jaar, op de verzoendag, nadat hij offers had gebracht om te boeten voor de zonden van hemzelf en het volk.

Toen God de mensen geschapen had, ging Hij persoonlijk met hen om. Door de zonde is dat onmogelijk geworden. Ervaar jij jouw zonden als een belemmering om tot God te naderen? Vind je dat een probleem? Waarom wel of niet?