Gods beloften aan jouVoorbeeld

God geeft graag

“En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven” (Genesis 13:14-15, HSV).

Dit was een speciale zegen voor een belangrijk moment. Abraham had een familieruzie opgelost door erop aan te dringen: “Laat er toch geen onenigheid zijn tussen mij en jou, en tussen mijn herders en jouw herders. Wij zijn immers mannen die broeders zijn!” En zo ontving hij de zegen die is voorbehouden aan vredestichters. De Heer, de gever van vrede, geniet ervan om zijn genade uit te breiden naar hen die vrede zoeken en nastreven. Als we verlangen naar een nauwere gemeenschap met God, moeten we er ook naar streven om vrede in onze relaties te bewaren.

Abraham had grote vrijgevigheid getoond aan zijn neef door hem een woongebied te laten kiezen. Als we offers brengen voor vrede, zal de Heer ons rijkelijk belonen. Zo ver Abraham kon zien, mocht hij het land als zijn eigendom beschouwen, en wij kunnen hetzelfde doen door geloof. Hoewel Abraham moest wachten op het feitelijke bezit, had de Heer het land al aan hem en zijn nakomelingen beloofd. Grenzeloze zegeningen zijn van ons door het verbond. Alles behoort ons toe. Als we de Heer behagen, opent Hij onze ogen om te zien dat alle dingen, nu en in de toekomst, van ons zijn. Wij behoren Christus toe en Christus behoort God toe.

Als dit leesplan je heeft aangesproken, probeer dan ook eens één van onze andere leesplannen uit deze serie of over andere onderwerpen.